donderdag 10 mei 2012

asymmetrie in Eurozone; Nederland moet lonen verhogen

Interessant stuk van de Belgische econoom Paul de Grauwe over de asymmetrie in de Eurozone. Volgens hem zouden Nederland en Duitsland hun steentje bij moeten dragen door hun handelsoverschot te verkleinen. Dat kan door de lonen van werknemers te verhogen en prijzen van onze producten te laten stijgen. Niet iets dat hoog op de agenda staat van Den Haag.

De crisis in de eurozone komt mede doordat de zuidelijke landen sinds de invoering van de Euro geld hebben geleend van het buitenland. En dat buitenland is dan vooral Duitsland en ook Nederland. Wij hadden een steeds groter overschot op de handelsbalans (we verkochten meer goederen en diensten aan het buitenland dan dat we kochten), en zij hadden steeds grotere tekorten.

Zolang de financiele markten die tekorten willen financieren is er niets aan de hand. En zo ging dat ook jaren goed. Tot de financiele crisis in 2008 uitbrak. De financiering droogde op, terwijl de Zuid Europese overheden juist extra geld nodig hadden om nu ook hun begrotingstekorten te financieren. (Griekenland heeft al sinds het begin der tijden een enorm tekort, maar landen als Spanje en Ierland hadden hun overheidsfinancien redelijk op orde, tot daar de huizenmarkten inzakten.)

De grote tekorten hadden ook te maken met een groot verschil in productiviteit. De Zuid Europese landen werden over het afgelopen decennium duurder, maar niet veel productiever. Duitsland daarentegen voerde in die periode een strikt beleid om de lonen laag te houden waardoor hun internationale concurrentiekracht enorm toenam, ten koste van de concurrentiepositie van de overige Europese landen.

Nu moeten de Zuid Europese landen hard werken om die concurrentiepositie terug te winnen. Als de euro er niet was geweest dan hadden ze dat waarschijnlijk gedaan door soepel monetair beleid te voeren en hun eigen munt te laten devalueren ten opzichte van de andere valuta. Omdat iedereen nu de euro heeft, kan dat niet.

In plaats daarvan moeten ze via een 'interne devaluatie' hun concurrentiepositie terugveroveren. Dat wil zeggen, de lonen en prijzen omlaag brengen. Een zeer pijnlijk en indringend proces, zie bijvoorbeeld de sterk oplopende werkloosheid in Spanje en Griekenland (beide meer dan 23%, en 50% onder jongeren).

Maar zoals de Grauwe zegt kunnen Duitsland en Nederland helpen in het aanpassingsproces van de Zuid Europese landen, ze proberen tenslotte hun concurrentiepositie te verbeteren ten opzichte van ons. Wij zouden dus tegenovergesteld beleid moeten voeren; hogere lonen, de binnenlandse bestedingen aanjagen door de overheidsuitgaven te verhogen, en de prijzen te laten stijgen.

Onderdeel van het wandelgangenakkoord is echter een bevriezing van de lonen voor alle ambtenaren. De Nederlandse overheid is helemaal niet bereid om haar concurrentiepositie op te geven. En dat zijn precies de ingredienten voor het uit elkaar vallen van een wisselkoersregime, of monetaire unie. Alle lasten van de aanpassingen komen op de schouders van de landen die juist diep in de problemen zitten.

Update: Volgens Hoogleraar Lex Hoogduin exporteert Duitsland vooral naar landen buiten de EU. Een verhoging van de lonen zou dus de Duitse concurrentiepositie doen verslechteren, zonder dat de export naar Zuid Europese landen afneemt. Jammer dat hij niet de cijfers en bron erbij vermeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten