De vergrijzing in Nederland drukt komende decennia de potentiele groei van de Nederlandse economie met ongeveer een half procent per jaar. Dat blijkt uit een nieuwe
studie van de Rabobank. En ze hebben gelijk.
De economische groei is voor een groot deel afhankelijk van de verandering in het aantal werkende mensen. Dit is op haar beurt afhankelijk van de potentiele beroepsbevolking, het aantal mensen tussen de 16 en 65 jaar. Door het ouder worden van de baby-boomers wordt deze groep steeds kleiner. Er blijven steeds minder mensen over om de banen te vullen en daarmee een bijdrage te leveren aan de totale toegevoegde waarde van Nederland per jaar; ons Bruto Binnenlands Product (BBP).
De grafiek hiernaast komt uit het rapport en laat zien dat de vergrijzing nu al de economische groei drukt met bijna 0,5 procent per jaar. Dit zal volgend decennia verder oplopen. Ook bij de andere Europese landen speelt het probleem. Dat betekent extra slecht nieuws voor Nederland omdat wij afhankelijk zijn van de vraag uit onze buurlanden. Als Duitsland niest, vat Nederland kou. Een dergelijk 'multiplier' effect maakt dat het negatieve effect van de vergrijzing in heel Europa, de economische groei van Nederland de komende twee decennia nog verder omlaag brengt.
Om de verlaging van een half procent in perspectief te kunnen plaatsen hiernaast de economische groei in Nederland over de afgelopen dertig jaar. Duidelijk is dat we pieken en dalen kennen, maar de trendgroei lag vroeger rond de 2 procent. Daar kunnen we in de toekomst dus slechts 1,5 procent verwacht, gegeven de invloed van de vergrijzing. Een lagere groei maakt het moeilijker om uit de huidige malaise te klimmen. De vergrijzing is daarmee een van de belangrijke oorzaken van de negatieve langetermijnvisie op de ontwikkeling van de Nederlandse economie.
